Beschrijving:
Neogotische bedevaartskapel, ingezegend in 1908, naar ontwerp van architect Jules Carette (Kortrijk), deels naar model van de in 1906 afgebrande 16de-eeuwse laatgotische kapel.
Historiek:
Reeds in een renteboek van Gruuthuse van 1443 is er sprake van "de capelle meersch van Maerloope"; vermoedelijk betreft het een houten boskapel.
Op het einde van de 16de eeuw richt Jan de Beer, eerste heer van Meulebeke, de kapel van O.-L.-Vrouw ter Ruste op, volgens de legende omdat hij gered wordt bij een aanval door een wild dier tijdens de jacht. De kapel wordt verheerlijkt met de kapellanie van O.-L.-Vrouw.
Op 12 september 1619 wordt in de - inmiddels vervallen - laatgotische eenbeukige kapel het altaar geconsacreerd. Na enkele jaren raakt de kapel opnieuw in verval, hoewel deze intussen tot een druk bezochte bedevaartplaats is uitgegroeid, cf. o.m. de vermelding in 1623 van de jaarlijkse gebedstocht naar de kapel als de belangrijkste processie in de dekenij.
In 1665 schenkt Gaspar Ignatius de Beer, baron van Meulebeke, een grote klok aan de kapel.
Pastoor Jacobus Mijs verhaalt in zijn "Hantboeck der Pastorije van Meulebeke" van 1730 over de vele tientallen mirakels die aan O.-L.-Vrouw van Marialoop worden toegeschreven.
Van 1735 tot 1737 wordt de kapel volledig vernieuwd met o.m. een sacristie, een nieuw altaar, nieuwe preekstoel en communiebank. Op het einde van de 18de eeuw wordt ze door de Fransen opgeëist en als nationaal goed verkocht; de stromannen Ignatius Danneels van Meulebeke en Pieter Bekaert van Tielt kopen ze echter later terug.
Wanneer Marialoop in het tweede kwart van de 19de eeuw tot bloei begint te komen, wordt omwille van bevolkingstoename de kapel van O.-L.-Vrouw ter Ruste in 1832 opengesteld voor de eredienst op zon- en feestdagen, met Leo Dujardin als eerste pastoor, en in 1836 tot "annexe" verheven. Na de bouw van een nieuwe parochiekerk ten zuiden ervan in 1837-1838 (cf. z.nr.) krijgt ze opnieuw enkel de functie van bedevaartskapel.
Het kadaster registreert in 1853 een perceelgrenswijziging, in 1857 een aanbouw aan de noordzijde en in 1882 een grenswijziging met de weg.
Nadat de laatgotische kapel in 1906 afbrandt, wordt ze onmiddellijk in neogotische stijl herbouwd naar ontwerp van architect Jules Carette (Kortrijk); de inwijding gebeurt op 2 oktober 1908. Na schenking van de grond rond de kapel in 1910 worden er ook ommegangskapellen geplaatst.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden de klokken van de kapel O.-L.-Vrouw ter Ruste weggevoerd.